Schrijven uit het hart: Marjoleine Tel over waarom ze schrijft 

Elk boek heeft een verhaal, maar sommige verhalen zijn nét een beetje bijzonderder – vooral als je weet hoe ze ontstaan. In deze column neemt Marjoleine Tel je mee in haar schrijfproces. Want elk boek begint bij een idee… maar hoe groeit dat uit tot een volwaardig verhaal? Marjoleine Tel vertelt hoe dat proces er voor haar uitziet met alle inspiratie, keuzes en twijfels die daarbij komen kijken. Heb je de eerste twee columns nog niet gelezen? Doe dat dan zeker, zodat je het hele verhaal niet mist!

𝗪𝗮𝗮𝗿𝗼𝗺 𝗶𝗸 (𝗲𝗻 𝗷𝗶𝗷?) 𝗯𝗼𝗲𝗸𝗲𝗻 𝘀𝗰𝗵𝗿𝗶𝗷𝗳(t): 𝗶𝗷𝗱𝗲𝗹𝗵𝗲𝗶𝗱, 𝗺𝗲𝗹𝗱𝗽𝗹𝗶𝗰𝗵𝘁 𝗼𝗳 𝘁𝗼𝗰𝗵 𝗱𝗶𝗲 ‘𝗹𝗲𝗴𝗮𝗰𝘆’?

‘Een miljoen Nederlanders schijnt een boek te willen schrijven, 60.000 doen het. ‘Plant een boom, krijg een kind, bouw een huis, schrijf een boek’, luidt een oud Chinees gezegde over betekenis geven aan je leven. Na een (verbouwd) huis, het krijgen van drie kinderen en het planten van meerdere bomen voelde ik geen enkele noodzaak tot het schrijven van een boek. Wat had ik in godsnaam te melden, en het leek me bovendien een heleboel werk voor heel weinig geld.’

schrijvershuisje achter de tafel Marjoleine tel

Hé, ik had dus toch iets te melden!

‘Ik vertel mijn hele leven al verhalen, maakte mijn eerste tijdschrift toen ik tien jaar was (De Sinderella), schreef er tientallen jaren professioneel op los – maar nooit een fictieboek. Totdat ik last minute een opengevallen plek opvulde bij de workshop ‘Schrijf een boek’ van vriendin en kantoorbuurvrouw Sabine Wisman. Ik verzon die dag iets over een hoop gelazer op een Hollandse camping, geïnspireerd op mijn toenmalige campingleven op de Veluwe. Toen daarna de crisis uitbrak en ik veel minder werk had, dacht ik: wtf, ik ga het gewoon schrijven. Niet gehinderd door mijn gebrek aan enige kennis hoe je dat nu doet. Waarom dus ineens wel een boek? Ik leek opeens iets te melden te hebben: ik wilde vertellen hoe zo’n minimaatschappij in elkaar steekt, hoe leuk en eerlijk en echt en sexy en ook een tikkie gemeen-ie is. En verder had het verdomd weinig met ijdelheid of legacy (alleen dat woord al…) te maken.’

𝗦𝗰𝗵𝗿𝗶𝗷𝗳 𝘀𝗰𝗵𝗮𝗮𝗺𝘁𝗲𝗹𝗼𝗼𝘀 𝘃𝗼𝗼𝗿 𝗷𝗲𝘇𝗲𝗹𝗳

aandachtbriefjes boven het bureau marjoleine tel

‘Ik heb Sabine vervloekt en ontzettend bedankt toen ik merkte hoe ontzettend geweldig ik het vond een boek te schrijven. En hoe ik het tegelijkertijd verschrikkelijk vond: want waar gaat het nu helemaal over, wie gaat het lezen, het is gewoon niet goed. Bij elkaar is het een bak aan emoties die bijna elke schrijver ondergaat, maar wist ik veel. Inmiddels ben ik drie boeken verder en nog altijd emotioneel niet gegroeid. Maar er hangen een paar briefjes boven mijn werktafel, voor mijn neus, die mij elke keer weer herinneren aan waar het allemaal om draait:

  • Schrijf voor jezelf (dus schrijf voor jezelf)
  • Schrijf schaamteloos
  • Schrijf compact, niet alledaags
  • Schrijf naturel (en gooi de rest weg)’

𝗘𝗿 𝗶𝘀 𝗺𝗲𝗲𝗿 𝗹𝗲𝗲𝗱 𝗱𝗮𝗻 𝗷𝗲 𝘄𝗲𝗲𝘁

‘Als mensen horen dat ik schrijf, biechten ze (dat is echt het juiste werkwoord) regelmatig op ook een boek te willen schrijven. Het onderwerp heeft vaak iets met groot leed te maken (dood, scheiding, ontslag, ruzie). ‘Gewoon doen!’ roep ik dan. Wel even die briefjes boven je werktafel ophangen. Want het schrijven van een boek is nog altijd een hoop werk voor weinig geld. Maar als je schaamteloos schrijft voor jezelf, word je daar gegarandeerd heel gelukkig van. Net als ik!’

Benieuwd naar haar boeken?

Zomerhuis voor jou en mij

Het vierde en laatste deel

Zomerhuis voor jou en mij

Martin en Linda keren terug naar Nederland als hun camping dreigt te veranderen in een luxe villapark. De plannen zorgen voor onrust, maar brengen ook nieuwe kansen – op ruimte, liefde en onverwachte veranderingen. Terwijl kampeerders verdeeld zijn, staat Linda een verrassende wending te wachten.

Bekijk op Boekenwereld >
9789021041025
9789021041032
9789021041049
9789021053080

De hele Campinggeluk-serie

Een onverwachte zomer
Bruiloft op slippers
Grenzeloos genieten
Zomerhuis voor jou en mij

Heb jij al de serie Campinggeluk van Marjoleine Tel gelezen? We zijn benieuwd wat je ervan vindt! Laat het ons weten via Instagram of Facebook.

De kunst van het creëren: Marjoleine Tel over haar schrijfproces

Elk boek heeft een verhaal, maar sommige verhalen zijn nét een beetje bijzonderder – vooral als je weet hoe ze ontstaan. In deze column neemt Marjoleine Tel je mee in haar schrijfproces. Want elk boek begint bij een idee… maar hoe groeit dat uit tot een volwaardig verhaal? Marjoleine Tel vertelt hoe dat proces er voor haar uitziet met alle inspiratie, keuzes en twijfels die daarbij komen kijken. Heb je de eerste column nog niet gelezen? Doe dat dan zeker, zodat je het hele verhaal niet mist!

𝗛𝗼𝗲 𝗱𝗼𝗲 𝗷𝗲 𝗱𝗮𝘁, 𝘇𝗼’𝗻 𝗿𝗼𝗺𝗮𝗻 𝘂𝗶𝘁 𝗷𝗲 𝗱𝘂𝗶𝗺 𝘇𝘂𝗶𝗴𝗲𝗻?

Bereau-marjoleine tel

‘Eigenlijk zijn er grofweg twee manieren om een boek te schrijven: je gaat zitten en in het wilde weg tikken of je doet van tevoren (uitgebreid) research en maakt een schema met wat er gebeurt, wanneer, en waarom. En daartussenin bevinden zich nog allerlei mixjes die planning en intuïtie combineren. Mijn eerste fictieroman, Een onverwachte zomer (2021), schreef ik in het wilde weg, waardoor ik het drie keer geschreven heb. Geen goed idee. Mijn tweede tot en met mijn vierde op komst is zo’n mix van een schema in grove lijnen met veel gefantaseer binnen en buiten deze lijnen van wat de personages overkomt en wat ze uitvreten.’

𝗦𝘁𝗮𝗮𝗿 𝗷𝗲 𝘄𝗲𝘇𝗲𝗻𝗹𝗼𝗼𝘀

‘Al een jaar liep ik met het idee voor mijn nieuwe boek rond: de familiecamping in Nederland is in gevaar. En dat kan natuurlijk niet in mijn feelgoodserie Campinggeluk. In mei 2024 diende ik een inhoudsvoorstel van drie a4-tjes in bij mijn uitgever Hedda Sanders en mijn redacteur Rianne Koene van Luitingh-Sijthoff. Aan dat voorstel werkte ik vijf dagen, waarvan ik er drie wezenloos naar mijn laptop gekeken heb. Een paar weken later kreeg ik een dikke duim terug en het gesprek over de deadline.’

𝗠𝗮𝗻𝗶𝗮𝗸𝗮𝗮𝗹 𝗶𝗻 𝗱𝗶𝗲𝗻𝘀𝘁 𝘃𝗮𝗻 𝗵𝗲𝘁 𝘃𝗲𝗿𝗵𝗮𝗮𝗹

‘Die deadline was afgelopen februari en ik heb het gered. Maar vraag niet hoe, want er kwam nog een novelle, een heupoperatie en een andere klus tussendoor. Vanaf begin oktober werkte ik drie maanden lang, zeven dagen per week, aan mijn boek. Dit maniakale is overigens wel hoe ik het allerliefst schrijf: achter elkaar, in dienst van het verhaal, 1500 woorden per dag en niet meer want anders ga ik slap ouwehoeren.’

Schrijven op Zakynthos

𝗔𝗹𝘀𝗼𝗳 𝗷𝗲 𝘄𝗲𝗲𝗿 𝗲𝗶𝗻𝗱𝗲𝘅𝗮𝗺𝗲𝗻 𝗱𝗼𝗲𝘁

‘Mijn bureau ligt vol met briefjes, al dan niet met briljante ingevingen, plattegrondjes, tips, leuke woorden. Het tijdsschema aan de muur van mijn werkkamer is grotendeels ingevuld, maar wordt nooit meer compleet want dat laatste hoofdstuk had haast en schreef bijna zichzelf. Mijn 75.000 woorden stuurde ik naar mijn vaste proeflezers en het voelde weer alsof ik op de uitslag van mijn eindexamenresultaten wachtte.

Nee hoor, dit is geen koketterie, het voelt echt zo. Het verhaal is niet meer van mij, ik trok aan de touwtjes – voor zover mijn personages dat toelieten – maar nu is het aan degene voor wie ik het doe. Eerst mijn proeflezers, dan de uitgeverij en tot slot de allerbelangrijksten: mijn lezers. Een paar reacties van proeflezers heb ik ‘binnen’, zij spoorden me al eerder aan door te tikken omdat ze heel benieuwd zijn naar de afloop. Net zoals ikzelf, overigens, toen ik aan Zomerhuis voor jou en mij schreef. Want een schema werkt fijn, maar het intuïtieve schrijven gaat voor alles!’

Meer over dit proces op zaterdag 26 april!

Benieuwd naar haar boeken?

Zomerhuis voor jou en mij

Het vierde en laatste deel

Zomerhuis voor jou en mij

Martin en Linda keren terug naar Nederland als hun camping dreigt te veranderen in een luxe villapark. De plannen zorgen voor onrust, maar brengen ook nieuwe kansen – op ruimte, liefde en onverwachte veranderingen. Terwijl kampeerders verdeeld zijn, staat Linda een verrassende wending te wachten.

Bekijk op Boekenwereld >
9789021041025
9789021041032
9789021041049
9789021053080

De hele Campinggeluk-serie

Een onverwachte zomer
Bruiloft op slippers
Grenzeloos genieten
Zomerhuis voor jou en mij

Heb jij al de serie Campinggeluk van Marjoleine Tel gelezen? We zijn benieuwd wat je ervan vindt! Laat het ons weten via Instagram of Facebook.

Van idee tot verhaal: Marjoleine Tel over haar schrijfinspiratie

Elk boek heeft een verhaal, maar sommige verhalen zijn nét een beetje bijzonderder, vooral als je weet hoe ze ontstaan. In deze column neemt Marjoleine Tel je mee in haar schrijfproces. Want elk boek begint bij een idee… maar hoe groeit dat uit tot een volwaardig verhaal? Marjoleine vertelt hoe dat proces er voor haar uitziet met alle inspiratie, keuzes en twijfels die daarbij komen kijken.

Hoe kom je erop? Je had zeker inspiratie?

‘Jazeker! Ik begraaf me in mijn fijne werkkamer achter mijn macje, de muze grijpt me binnen enkele minuten bij m’n kladden en ik ga tikken. Aan het eind van de dag heeft deze muze er net zo schoon genoeg van als ik en we sluiten de boel af. Weer een paar duizend fantastische woorden geproduceerd, op naar morgen en in godsnaam het eind. Mijn hele leven schrijf ik al en vaak krijg ik de inspiratievraag, maar vooral sinds ik romans op mijn naam heb staan.’

Wonderlijk en verrukkelijk

‘Nee, natuurlijk werkt het niet zoals hierboven. Was het maar waar of nee… eigenlijk niet. Want op weg naar de ontmoeting met de muze doe je allerlei, soms ook volstrekt onzinnige, ideeën op die later ineens uitstekend in je verhaal blijken te passen.

inspiratie op doen marjoleine tel

Het idee voor het laatste deel (4) van mijn feelgoodserie Campinggeluk broeide allang. Familiecampings worden opgekocht door grote investeerders of ‘campingmaffia’, kampeerders maken plaats voor hutjemutje kunststof vakantievilla’s. Tijd voor research! Man en ik togen naar onze afspraak op een verkoopmiddag waar brallerige makelaars gooiden met champagne en haring terwijl de nog niet weggeïntimideerde kampeerders vanuit hun hoekje stilletjes toekeken. Ik interviewde dé voorvechtster van ‘De camping moet blijven’ Desiree Reddering en ik sloot me vervolgens vijf lange werkdagen achtereen op om te bedenken hoe ik deze ontwikkeling heel feelgood, boordevol romantiek en humor, in mijn nieuwste roman Zomerhuis voor jou en mij kon verwerken. De eerste paar dagen gebeurde er niets… En toen begon het van alle kanten te stromen. Noem het inspiratie, noem het een bezoek van je muze: het is een wonderlijk, verrukkelijk verschijnsel dat je verhaal handen en voeten geeft. Het (of hij/zij) dient zich altijd vroeg of laat aan, maar ik moet er wel eerst voor aan het werk.’

Laat het maar gebeuren

‘Met een voorlopig plan goedgekeurd door de uitgever, een hoofd vol ideeën en een verhaalwereld vol personages die al gecreëerd is in de eerdere delen, ging ik onderweg. Ik schrijf, ik schrijf, ik schrijf en het verhaal ontmoet mij. Of de muze. Of wie of wat het ook maar is. Het wordt dus ook wel inspiratie genoemd. Personages beginnen uit zichzelf te ouwehoeren en de gekste situaties ontvouwen zich. Wat moet ik hier mee, denk ik dan? Maar ik laat het gebeuren, het komt altijd goed of je schrapt de volgende dag al je briljante woorden weer.’

‘Inspiratie is voor amateurs – de rest van ons verschijnt gewoon en gaat aan het werk’, aldus een beroemd citaat van Chuck Close (voormalig kunstschilder en fotograaf).

 Meer over dit proces op zaterdag 19 april!

Benieuwd naar haar boeken?

Zomerhuis voor jou en mij

Het vierde en laatste deel

Zomerhuis voor jou en mij

Martin en Linda keren terug naar Nederland als hun camping dreigt te veranderen in een luxe villapark. De plannen zorgen voor onrust, maar brengen ook nieuwe kansen – op ruimte, liefde en onverwachte veranderingen. Terwijl kampeerders verdeeld zijn, staat Linda een verrassende wending te wachten.

Bekijk op Boekenwereld >
9789021041025
9789021041032
9789021041049
9789021053097

De hele Campinggeluk-serie

Een onverwachte zomer
Bruiloft op slippers
Grenzeloos genieten
Zomerhuis voor jou en mij

Heb jij al de serie Campinggeluk van Marjoleine Tel gelezen? We zijn benieuwd wat je ervan vindt! Laat het ons weten via Instagram of Facebook.

Hoe klein de wereld is… een bijzonder verzoek

Ontdek in deze tweede column hoe Carla de Jong het bijzondere verhaal van Hoe klein de wereld is tot leven bracht

Elk boek heeft een verhaal, maar sommige verhalen zijn extra bijzonder. In deze tweede column gaat Carla de Jong verder met het verhaal achter Hoe klein de wereld is. Lees verder en ontdek hoe dit boek tot stand kwam! Heb je de eerste column nog niet gelezen? Doe dat dan zeker, zodat je het hele verhaal niet mist!

Het verhaal

Voor ik ging schrijven, dook ik in Walters materiaal. Donjah Hartsuijker kwam op mijn pad. Zij ondersteunde Walter bij zijn boeken met research en redactie en had na zijn overlijden het materiaal van de roman in wording geordend in de schrijfsoftware Scrivener. Het waren hoofdstukken, losse fragmenten en veel researchmateriaal. Het was een nieuwe ervaring voor mij als schrijver om een verhaal dat van buiten naar me toe kwam, te verinnerlijken. In mijn vorige romans kwamen de verhalen van binnenuit en moest ik ze juist naar buiten brengen. Alleen door het boek helemaal te doorleven kon ik Walter, het verhaal én mijzelf recht doen.

De incubatietijd van Hoe klein de wereld is, waarin de personages en hun verhaal zich in mij nestelden, duurde enkele maanden. Af en toe schreef ik wat, vaak gingen er dagen of weken voorbij waarin ik weliswaar geen letter op papier kreeg, maar des te meer nadacht. In de regel laat ik mijn manuscripten pas lezen als ze af zijn. In dit geval week ik daarvan af. Ik was me bewust van de gevoeligheid van het manuscript en zocht bevestiging bij uitgever Hedda Sanders. Zij gaf me het duwtje dat ik nodig had om echt zelf te mogen scheppen.

Ik kroop diep in Luna’s huid, maakte me de pijn van haar eenzaamheid eigen en ontdekte dat zij net als Chandar een verkeerde keuze maakt met verstrekkende gevolgen. Ik leefde met haar mee in haar hunkering naar de liefde van haar vader. Ik nam Chandar bij de hand in zijn schaamte op de momenten dat hij geconfronteerd wordt met zijn hoogmoedige aannames en ging met hem het leger in. Het boek begon zichzelf te schrijven.

Een roman schrijven is altijd een spannend proces, maar dit boek droeg een extra lading die ik voortdurend voelde, omdat ik een stukje van Walters nalatenschap tilde. Tot zijn dood werkte hij aan dit manuscript, en mogelijk had zijn schrijverschap een rol gespeeld in zijn overlijden. Zijn weduwe Nicole en ik hielden contact en geregeld gaf ik een korte update van het schrijfproces waar ik inmiddels diep in zat. Ik nam haar mee in enkele fundamentele andere keuzes die ik maakte en zij gaf me de ruimte.

Pas na het zetten van de laatste punt durfde ik Walters synopsis weer te lezen. Tot mijn blijdschap is de kern van wat hij voor ogen had onverkort overeind gebleven in Hoe klein de wereld is. Nog spannender was Nicoles reactie op het manuscript. Haar groene licht betekent veel voor me. Ze heeft de grootsheid te aanvaarden dat de roman anders van toonzetting en opzet is dan hoe Walter het zou hebben geschreven.

Hoe klein de wereld is heeft me als schrijver veel geleerd. Zonder Walters voorwerk had ik me niet aan zo’n episch verhaal durven wagen. Het smaakt naar meer.

Dank Walter Lucius.

Hoe klein de wereld is

Hoe klein de wereld is

Een prachtige historische roman die geïnspireerd is op het verblijf van het Legion Freies Indien op Texel in 1943.

Bekijk op Boekenwereld >

Heb jij Hoe klein de wereld is al gelezen? We zijn benieuwd wat je ervan vindt! Laat het ons weten via Instagram of Facebook.

Hoe klein de wereld is… een bijzonder verzoek

Header foto van Carla de Jong

Elk boek heeft een verhaal, maar sommige verhalen zijn extra bijzonder. In deze column deelt Carla de Jong hoe Hoe klein de wereld is tot stand is gekomen. Ontdek het unieke proces achter dit bijzondere boek!

Het verhaal

Op vrijdag 7 februari 2025 wordt Hoe klein de wereld is in boekhandel Scheltema gepresenteerd. Het slotstuk van een intensief proces dat ruim twee jaar geleden begon toen mijn literair agent Marianne Schönbach me belde met een bijzonder verzoek. Of ik de roman waar mijn zeer gewaardeerde collega Walter Lucius tot zijn dood aan werkte, wilde oppakken. Walters vrouw Nicole Frints, zijn uitgever Luitingh-Sijthoff en Marianne Schönbach wilden graag dat het werk het daglicht zou zien en ik leek hen de aangewezen persoon om het te schrijven.

Ik kende Walter als een goede collega. We troffen elkaar op borrels en op het Boekenbal en dat was altijd plezierig. Zijn dood kwam onverwacht. De laatste keer dat ik hem zag, spraken we elkaar niet, en zoals dat soms gaat bij borrels bleef het bij een warme groet. Ik herinner me haarscherp hoe hij aan de bar zat en naar me glimlachte. Het bericht van zijn zelfdoding schokte me. Ik woonde de uitvaart online bij – het was coronatijd – en was bedroefd om te horen hoe zwaar het leven Walter in zijn laatste maanden was gevallen en welke rol het schrijverschap hierin mede had gespeeld. Het verzoek kwam ruim een jaar na zijn overlijden.

Een roman oppakken waar een overleden auteur tot zijn dood aan werkte, ik moest er goed over nadenken of ik dit wilde doen. Ik las de synopsis die Walter schreef voor het Letterenfonds. Er lag een prachtig gegeven van een Indiase soldaat, Chandar Kapoor, die in de Tweede Wereldoorlog voor de Duitsers gaat vechten. Hij denkt zo bij te dragen aan het einde van de Britse heerschappij over India. Het bestaan van een Legion Freies Indien was nieuw voor mij. Het thema van een verkeerde keus maken vanuit goede redenen prikkelde me direct. De oorlog brengt de jonge Chandar naar Texel, waar hij de stoere Luna ontmoet die haar eigen worstelingen heeft. Twee jonge mensen die elkaar vinden al komen zij uit een ander werelddeel en een andere cultuur en koesteren zij tegenovergestelde sympathieën in de oorlog, vond ik een prachtig gegeven.

Ik las een aantal hoofdstukken van Walters hand en hoewel onze schrijfstijl verschillend was, zag ik ook overeenkomsten. In de Lange Leidsedwarsstraat maakte ik bij een Indiase maaltijd kennis met Walters weduwe Nicole en kwam ik meer te weten over Walters laatste maanden. Nicoles pijn greep me aan. De man waarmee je 34 jaar samen bent verliezen omdat hij het leven niet langer kan dragen, is onvoorstelbaar. Als jonge psychiatrisch verpleegkundige maakte ik meerdere malen zelfdoding mee van patiënten. Steeds had dit een enorme impact op mij en mijn collega’s. Ook die herinneringen kwamen weer bij me boven.

Aan het einde van de ontmoeting namen we samen het besluit dat de roman er moest komen en dat ik de pen zou oppakken. Nicole gaf me groothartig de vrijheid om het boek naar mijn hand te zetten. Geen van allen wilden we een halffabricaat. Ik zei A, onwetend hoe intensief B zou worden. Maar met het vertrouwen van Nicole, Marianne én uitgeverij Luitingh-Sijthoff durfde ik het aan.

Meer over dit proces op dinsdag 11 februari!

Hoe klein de wereld is

Hoe klein de wereld is

Een prachtige historische roman die geïnspireerd is op het verblijf van het Legion Freies Indien op Texel in 1943.

Bekijk op Boekenwereld >

Heb jij Hoe klein de wereld is al gelezen? We zijn benieuwd wat je ervan vindt! Laat het ons weten via Instagram of Facebook.

Behind the scenes #5: Schrijven is heel hard werken

behind the scenes schrijven

We weten dat jullie altijd nieuwsgierig zijn naar hoe het er bij uitgeverijen aan toe gaat achter de schermen, behind the scenes, en daarom hebben we iets leuks voor jullie. Een behind the scenes-column van redacteur Sabrina van Uitgeverij De Fontein. In haar columns vertelt ze over haar liefde voor boeken, leuke en minder leuke kanten van haar werk en andere opvallende dingen die ze tegenkomt.

Schrijven is heel hard werken…

Nee

Mensen vragen me weleens of ik zelf nooit schrijver wil worden. Mijn antwoord is dan altijd erg duidelijk (en komt er soms weleens iets te nadrukkelijk uit): nee. Maar waarom niet, is dan de vervolgvraag. Want als je elke dag met boeken bezig bent, dan weet je toch hoe het moet? Ja, dat klopt, ik weet hoe het moet, of in elk geval hoe het zóú moeten, en ik weet dat ik dat niet kan.

Schrijven begint met een stukje talent, en eindigt met heel, heel, héél veel werken. De technische kanten van het schrijven zijn te trainen, dus als je dat eerste vonkje maar hebt kom je daarna met hard werken een heel eind.

Écht originele ideeën zijn er nauwelijks

Het grote struikelblok zit hem niet in het verzinnen van een origineel verhaal. Écht originele ideeën zijn er nauwelijks, de uitdaging is een idee dat iedereen eigenlijk al kent zo fris en fruitig op te schrijven dat het nieuw líjkt. Voorbeeld: Famous, van Amy Jones. Twee jonge vrouwen worden de vernieling in geholpen door de entertainmentindustrie maar weten daar door hun vriendschap aan te ontsnappen. Als je het zo leest, lijkt het echt niets nieuws – maar als je het boek leest, word je er helemaal ingezogen en komt het verhaal tot leven. Ander voorbeeld: Even goede vrienden, van Jane Fallon. Vrouw ontdekt dat haar verloofde vreemdgaat en doet haar best om hem terug te pakken. Niet het eerste boek met dit onderwerp, maar haar schrijfstijl, haar vileine humor en vooral de herkénbaarheid van de personages grijpen je.

Mensen praten niet in volzinnen

Een groter struikelblok, maar nog steeds niet het moeilijkste van schrijven, is in mijn ervaring: personages en dialogen. Personages moeten levensecht zijn, en dialogen moeten natuurlijk klinken. Opnieuw iets dat begint met een stukje talent, in dit geval het talent om mensen te kunnen observeren. Echte mensen zijn nooit perfect, ze hebben allemaal hun minder mooie kanten, en dat is wat personages levensecht maakt, als ze niet ‘alleen maar goed’ of ‘alleen maar slecht’ zijn. Dialogen vergen een heel ander ritme dan schrijftaal; als je mensen volzinnen in de mond legt klinkt dat onnatuurlijk. Mensen praten niet in volzinnen. Nou ja, de mééste mensen niet. Er zijn altijd uitzonderingen.

En oké, als je gespeend bent van alle taalgevoel, dan haal je ook de finish niet. Want een boek moet wel een beetje lekker lezen. Mensen moeten niet blijven hangen aan je zinnen – de zinnen moeten eigenlijk verdwijnen terwijl iemand leest, en bij storende fouten word je uit die flow gegooid. Maar de lol daarvan is: ook taalgevoel kun je leren, door heel, héél veel te lezen.

Heel veel doorzettingsvermogen…

Maar goed, oké, dus, als ik het allemaal zo goed weet, waarom doe ik dat dan niet, een boek schrijven? Wat is dan dat grootste struikelblok waardoor ik mij laat afschrikken?

Simpel. Schrijven is werken. Schrijven is heel, héél hard werken. Schrijven is elke dag voor die computer gaan zitten, of met dat notitieblok in je hand, of met je laptop op schoot, en dóén. Schrijven is elke dag vechten voor die 200 woorden die je eraan overhoudt. Schrijven is niet halverwege opgeven als je innerlijke criticus je verzekert dat dit echt helemaal nergens heen gaat en dat je beter kunt stoppen. Schrijven is móéten schrijven, onrustig worden als je een dag overslaat, je niets aantrekken van wat andere mensen vinden. Schrijven is een klein beetje talent en een enorme hoeveelheid doorzettingsvermogen.

Ik heb die drive niet. Ik heb die innerlijke noodzaak om te schrijven niet. Ik heb niet dat doorzettingsvermogen om een boek ook echt af te maken. Dus ik ben geen schrijver.

Gelukkig ben ik wel een lezer. Dus al dat harde werken van die echte schrijvers wordt tenminste wél gewaardeerd 😉

Groetjes,

Sabrina

PS. Ik tip dit keer Even goede vrienden van Jane Fallon. Haar schrijfstijl, haar vileine humor en vooral de herkénbaarheid van de personages grijpen je.

Even goede vrienden

Tip van Sabrina

Even goede vrienden

Als Amy na een reis thuiskomt liggen er vrouwenkleren in haar huis die niet van haar zijn. Ze besluit haar man er niet mee te confronteren maar gaat van een afstand het stel het leven zuur maken.

Bekijk op Boekenwereld >

Vannessa Thuyns over je eigen stem vinden

Naast schrijver ben ik zangeres en na jaren van Whitney Houston imiteren in mijn kamer, kan ik nu zeggen dat die inspiratie nodig was om uiteindelijk mijn eigen stem te vinden.

Ik weet dat ik kan schrijven, maar als ik in de reviews van de afgelopen twee jaar lees: ‘Het verhaal raakte me en was weer een echte Thuyns met haar bekende humor en typische schrijfstijl,’ dan vind ik dat zowel geweldig als zeer spannend. Spannend, omdat het voelt alsof ik een beetje betrapt ben en lezers precies doorhebben wie ik écht ben. En geweldig omdat dat precies is wat ik wil. Ik wil heel graag dat mijn werk gevoeld wordt.

Heb lef en zelfvertrouwen

Wat ik geleerd heb van mijn grote internationale voorbeelden, schrijfsters Elizabeth Gilbert, Hilary Mantel en Torre deRoche, is dat de maker het eerst zélf moet voelen voordat de lezer het kan voelen. En dat daar een zekere mate van lef voor nodig is. ‘Laat je niet afleiden door oordelen, perfectionisme en trends. Laat regeltjes, trucjes los en vergeet die de maniertjes van hoe anderen het doen. Pas dan gebeuren er mooie dingen en laat je je echte ik zien,’ aldus deRoche. De bekende kok Jamie Oliver laat in een aantal van zijn kookboeken zien dat het gaat om less is more en dat juist een eenvoudig gerecht een ultieme smaaksensatie kan hebben, omdat het simpelweg eerlijk en oprecht is. Als ik zing in het theater, doe ik dat inmiddels negen van de tien keer zonder na te denken. En wow, wat een vrijheid geeft dat. Dat is inderdaad een kwestie vlieguren maken, zelfvertrouwen en durf.

Plezier hebben in experimenteren

En daarna? Wat als je je eigen stem gevonden hebt? Missie geslaagd en klaar? Gelukkig niet. Er valt altijd wel iets te verbeteren of iets nieuws te ontdekken. Ik werk op dit moment bijvoorbeeld aan een historische feelgood roman, een tweeluik met twee tijdlijnen. Het is iets nieuws en ik ervaar het wederom als zeer spannend, want bij het maken en uitbrengen is er stiekem toch altijd de angst voor kritiek of om niet de waardering te krijgen die ik wil. Maar de sleutel hierin is dus een beetje experimenteren, vertrouwen hebben dat ik het kan, risico’s nemen en er proberen lol in te hebben. En dan kom ik weer bij dat koken. Jamie Oliver moedigt ook iedereen aan te experimenteren door constant een gerecht iets aan te passen: de snijwijze, de keuze van kruiden of een andere techniek.
Als je begint met de basis vanuit een goed kookboek, kun je vanaf daar jouw eigen versie van het recept perfectioneren tot het jouw ‘signature’ heeft.

9789032520144
9789032520342
9789032520229

Lees de boeken van Vannessa Thuyns

Voet op eigen bodem
Door een roze bril

Behind the scenes #4: Maar wat dóé je dan de hele dag…

We weten dat jullie altijd nieuwsgierig zijn naar hoe het er bij uitgeverijen aan toe gaat achter de schermen, behind the scenes, en daarom hebben we iets leuks voor jullie. Een behind the scenes-column van redacteur Sabrina van Uitgeverij De Fontein. In haar columns vertelt ze over haar liefde voor boeken, leuke en minder leuke kanten van haar werk en andere opvallende dingen die ze tegenkomt.

behind the scenes

Maar wat dóé je dan de hele dag…

Lekker de hele dag lezen?

Ik heb een ontzéttend leuke baan als redacteur. Ik hou enorm van boeken, en van lezen, en dus ben ik heel gelukkig met mijn werk. Maar helaas bestaat mijn werk niet uit de hele dag lekker op kantoor achterovergeleund lezen, zoals het romantische beeld van een redacteur nog weleens wil zijn… Maar wat doe ik dan wél de hele dag? Nou, eigenlijk veel regeldingetjes…

Vandaag was het maandag. Dat betekent dat ik de dag begin met kijken naar alle mails die zijn binnengekomen sinds ik vorige week voor het laatst afsloot (meestal enkele tientallen, zo na een weekend, maar in de tijd rondom de grote boekenbeurzen – vertel ik later weleens wat meer over – zijn dat er een stuk meer). Die mails worden gesorteerd op ‘NU iets mee doen!’, ‘manuscripten’ en ‘de rest’. De manuscripten verzamel ik netjes bij elkaar dankzij het Outlook sorteersysteem. De ‘NU’ mailtjes handel ik zo snel mogelijk af, en de rest wordt alvast voorgesorteerd op wanneer ik er iets mee kan. In de ‘NU!’ collectie van vandaag: twee omslagen die eigenlijk vorige week al af hadden moeten zijn voor de aanbieding; een omslag afmaken dat deze week naar de drukker moet; en wat vragen van collega’s die niet verder konden zonder een antwoord van mijn kant.

Daarna hebben we op maandagochtend altijd een acquisitieoverleg. Vandaag bespraken we met elkaar welke manuscripten er interessant waren, of er manuscripten zó goed waren dat we ze willen aankopen, of er nog biedingen lopen, hoe we het weekend hebben beleefd, wat die leuke serie op Netflix ook alweer was, en of er nog gaten zijn in de aankomende seizoensplanningen waar we een specifiek soort boek voor zoeken. (We dwalen weleens af, maar komen altijd weer ter zake.)

Ik heb frisse lucht nodig

Lunchtijd. Boterham achter mijn bureau en dan een halfuur naar buiten. Dat is wel echt nodig, want hoe leuk ik mijn werk ook vind, ik spendeer héél veel tijd in een bureaustoel achter een scherm en daar moet ik echt af en toe eens uit.

Dan vanmiddag heb ik een stel titels in onze administratieve systemen gezet, contracten nagekeken, met agenten over biedingen gemaild, woorden geteld, collega’s van nieuwe projecten op de hoogte gesteld… Afijn, er zit een flink stuk administratie tussen ‘ja, we gaan dit boek uitgeven!’ tot ‘ja, het boek gaat naar de drukker!’, en daar ben ik eigenlijk het meeste tijd aan kwijt.

Dus ja, een grote liefde voor boeken is een must, in dit vak, maar een échte regelneef zijn is minstens zo belangrijk! Maar de beloning voor al dat werken is fantastisch: dat er dan een hagelnieuw, vers gedrukt, ruikt-nog-helemaal-nieuw boek op je bureau wordt gelegd. Dat heb ik dan weer goed geregeld 😉

Groetjes,

Sabrina

PS. Zo’n heel fijn boek dat net vers van de drukker is gekomen: PS. Kom naar Italië van Nicky Pellegrino!

P.S. Kom naar Italië

Tip van Sabrina

P.S. Kom naar Italië

Na een persoonlijke tragedie vindt Belle een luisterend oor bij de Italiaanse Enrico. Als hij haar uitnodigt voor een vakantie in Italië, is dat precies het avontuur dat Belle nodig heeft.

Bekijk op Boekenwereld >

Behind the scenes #3: Mooi zo!

behind the scenes mooi zo

We weten dat jullie altijd nieuwsgierig zijn naar hoe het er bij uitgeverijen aan toe gaat achter de schermen, behind the scenes, en daarom hebben we iets leuks voor jullie. Een behind the scenes-column van redacteur Sabrina van Uitgeverij De Fontein. In haar columns vertelt ze over haar liefde voor boeken, leuke en minder leuke kanten van haar werk en andere opvallende dingen die ze tegenkomt.

Mooi zo!

Mijn geheim…

Ik ga een schokkend geheim met jullie delen. Iets dat normaal nooit gedeeld wordt met ‘de buitenwereld’. Iets dat jullie van verbazing achterover zal doen slaan. Klaar voor? Komt ’ie: Ik vind niet alle omslagen van onze boeken mooi.

Shock! Horror! Hoe kan ik het, hoe dúrf ik het te zeggen! Ik moet als redacteur toch álles mooi vinden wat wij uitgeven?

Nou, nee dus.

Het is geen kunst

Een omslag is een hulpmiddel, geen doel op zich. Het is een commercieel stuk gereedschap, geen kunst. Want wat is het hele punt van een omslag? Nou, dat jij het boek koopt. En dus zitten daar bepaalde commerciële wetmatigheden achter die betekenen dat het mooiste omslag niet altijd het beste omslag is, en andersom.

Onze boeken komen in de boekhandel op een tafel te liggen samen met nog vele tientallen andere titels. In dit geweld aan beeld en kleur heeft het omslag een duidelijke taak: ten eerste moet het jouw aandacht trekken, en ten tweede moet dat omslag in die nul-komma-nogwat seconde dat jouw ogen erop rusten duidelijk maken wat voor soort boek het is.

Wat jouw aandacht trekt of niet, daar spelen persoonlijke factoren een rol. Hou jij van bloemen of niet, word jij blij van een strandbeeld of niet, hou je van de kleur blauw of niet, om maar wat dwarsstraten te noemen. Maar communiceren wat voor soort boek het is, dat doet een omslag door middel van een soort beeldtaal die geen enkele uitgeverij heeft opgeschreven, maar die ze allemaal wel ongeveer volgen.

Je wéét wat voor een soort boek het is

Zwart-wit beeld met enkele gekleurde elementen? Waarschijnlijk speelt het in de Tweede Wereldoorlog. Vrouw in lange jurk op de rug gezien? Grote kans dat het een historische feelgoodroman is. Woest aantrekkelijke man zonder shirt met z’n gezicht half afgesneden? Je kunt rekenen op wat spannende scènes tussen de lakens.

Dus een omslag moet effectief zijn, en aantrekkelijk, en intrigerend – niet alleen maar ‘mooi’. Natuurlijk wijkt soms opeens een boek af van die ‘gevestigde’ beeldtaal. Maar de lol is: als dat boek vervolgens succesvol blijkt, gaan andere boeken diezelfde afwijking volgen en wordt het opeens weer mainstream. Zo verandert die beeldtaal voortdurend, en daarom lijken oudere boeken opeens ‘ouderwets’ – omdat de beeldtaal inmiddels veranderd is.

Welke omslagen mij niet kunnen bekoren? Ja, dat ga ik je mooi niet vertellen ;-).

Groetjes,

Sabrina

PS. Heb je zin een boek met een mooi omslag dat je lekker meesleept, over drie vriendinnen tijdens de Tweede Wereldoorlog? Lees dan De vrouwen van Bletchley Park van Kate Quinn.

De vrouwen van Bletchley Park

Tip van Sabrina

De vrouwen van Bletchley Park

Engeland, 1940. Een groep codebrekers werkt aan het ontcijferen van de Duitse militaire codes. Onder hen drie beste vriendinnen: Osla, Mab en Beth. Maar een van hun collega’s is een verrader…

Bekijk op Boekenwereld >

Behind the scenes #2: Huilen moet…

Zin in feelgood behind the scenes huilen moet

We weten dat jullie altijd nieuwsgierig zijn naar hoe het er bij uitgeverijen aan toe gaat achter de schermen, behind the scenes, en daarom hebben we iets leuks voor jullie. Een behind the scenes-column van redacteur Sabrina van Uitgeverij De Fontein. In haar columns vertelt ze over haar liefde voor boeken, leuke en minder leuke kanten van haar werk en andere opvallende dingen die ze tegenkomt.

Huilen moet…

In elk goed verhaal draait het om emoties

Boeken zijn emotie. Dat klinkt als een spreuk die zo op een tegeltje past, of als een gelikte marketingkreet, maar zo bedoel ik het niet. Boeken, en vooral romans, draaien erom dat je je in kunt leven in iemand anders, iemand die misschien helemaal niet lijkt op jouzelf, en dat je je in kunt leven in hoe zij zich voelen en waarom ze doen wat ze doen. Het moge duidelijk zijn dat een thriller een ander soort emotie zal oproepen dan een roman (mag ik toch hopen; tenzij ‘een boek lezen’ je grootste angst is, maar dat is een ander verhaal), en een luchtige zomerroman roept allicht een andere reactie op dan een diepgravend drama. Maar in de kern van elk goed verhaal draait het om emoties.

Mijn baan is daardoor zowel erg makkelijk als erg moeilijk. Ik ben altijd op zoek naar boeken die zo goed geschreven zijn dat ze die emoties weten over te brengen en op te roepen. Het makkelijke element is dat ik van mezelf wel weet of ik geraakt word door een boek. Ik ben er tenslotte zelf bij. Het moeilijke element is correct inschatten of ook andere mensen zullen vallen voor zo’n boek. Een uitgeverij is immers geen hobby, het is een commercieel bedrijf, dus die boeken moeten wel verkocht worden.

Snotterend achter mijn bureau…

Hoe je dat doet? Door het, nou ja, heel veel te doen. Er zijn dagen dat ik dus snotterend achter mijn bureau zit, omdat ik nog éven het laatste hoofdstuk van dat manuscript gelezen moet hebben vóór de redactievergadering. (De eerste keer dat ik dat deed op kantoor liet ik mijn collega’s behoorlijk schrikken – ze vreesden al met grote vreze dat er iets verschrikkelijks was gebeurd. Inmiddels zijn ze er volledig aan gewend.) Ik kan dan ook met trots zeggen: bij iedere en elke roman die sinds ik hier werk is uitgegeven bij De Fontein heb ik moeten huilen. En daar word ik heel gelukkig van!

Groetjes,

Sabrina

PS. Een boek waarbij ik echt flink moest huilen….Maar o, zo mooi is Een hemel vol sterren van Dani Atkins!

Een hemel vol sterren

Tip van Sabrina

Een hemel vol sterren

 

Bekijk op Boekenwereld >