Jet Nijland over haar research voor ‘Als de sterren fonkelen’

Hoe pak je dat aan? Research voor een historische feelgood? Feelgoodschrijfster Jet Nijland vertelt erover.

Jet Nijland

“Ik was erbij” leest Liz naast de zwart-witfoto in het informatieboekje van het concentratiekamp.
Ze hapt naar adem en haar hart begint sneller te kloppen.

Zo ongeveer begint mijn boek Als de sterren fonkelen. Het verhaal is gebaseerd op mijn eigen familiegeschiedenis. 

De zoektocht van Liz in het verhaal lijkt een beetje op die van mij, Jet. Op het moment dat ik de tekst naast de afschuwelijke foto van het kamp las, kon ik het ook bijna niet geloven. Ik bestudeerde het handschrift nog een keer goed en legde het zelfs naast het versje wat opa in mijn poëziealbum schreef. Ja, het was van hem.

Vanaf dat moment wilde ik precies weten wat mijn opa meegemaakt had tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik wist een beetje en het leek me een mooie basis voor een feelgoodroman, maar als ik daadwerkelijk een boek zou schrijven over het liefdesverhaal van mijn opa en oma, dan moesten de historische feiten kloppen. Het zou romantisch worden, maar ook recht doen aan wat er echt gebeurd was. Dus ik startte een grondig onderzoek.

Ik begon met het luisteren naar een podcast over de dwangarbeid en het lezen van boeken over dit onderwerp. Het thema van Als de sterren fonkelen is de arbeidsinzet van jonge Nederlandse mannen door de nazi’s. Mijn opa was nog maar negentien en hartstikke verliefd op mijn oma toen hij voor onbepaalde tijd voor de vijand moest werken. 

De aantekeningen van mijn opa waren summier, maar gaven me wel aanknopingspunten om verder te zoeken in de Nederlandse en Duitse archieven. Zo las ik ooggetuigenverslagen van andere mannen die op dezelfde plek gewerkt hadden als mijn opa en dat waren soms best schokkende verhalen.

Het leek me een goed idee om ook naar de plek te gaan waar mijn opa tewerkgesteld was, want ik wilde goed kunnen beschrijven wat hoofdpersoon Bram meemaakte. Zo wandelde ik door de heuvels in een dorpje in het oosten van Duitsland omdat ik de sfeer van de omgeving over wilde brengen op de lezers. Ik ging naar de plek waar zijn barak stond en bezocht de voormalige grens van Oost en West-Duitsland.

Ik bezoek graag de plekken die in mijn boeken voorkomen omdat ik de kleuren wil zien, wil weten waar de zon opkomt en ondergaat en wil weten welke bomen en planten er groeien. Dat helpt me om de scènes beeldend te beschrijven. 

Ik vroeg me ook af wat mijn opa kon zien als hij vanuit het raampje in de trein naar buiten keek. Ik had al een concepthoofdstuk hierover waarin beschreven stond dat hij de zon op zag komen in het groene landschap. Maar op het moment dat ik de trein zag waar mijn opa mee naar zijn werkplaats vervoerd werd, moest ik wel even slikken. Ik ging ervan uit dat het een trein is zoals wij die ook kennen, met zitplaatsen en raampjes. Maar blijkbaar werden de dwangarbeiders vervoerd in gesloten wagons, dat moet heel heftig zijn geweest. Die ontdekking zorgde ervoor dat ik flink moest schrappen en er kwam een nieuw hoofdstuk voor in de plaats over het angstige moment dat hoofdpersoon Bram voor het eerst naar zijn werkplek vervoerd wordt.

Tijdens de dagen dat ik op onderzoek in Duitsland was, deed ik in het archief van het concentratiekamp in Nordhausen wel een hele bijzondere vondst: er lag een liedboekje van mijn opa! Zijn duim had een deukje veroorzaakt in de kaft. Toen ik het vasthield en dat voelde, was mijn opa weer even heel dicht bij me en kon ik de tranen die ik gedurende mijn zoektocht ingeslikt had, niet meer ophouden. 

Bij het liedboekje zat ook een brief en daarin werd de naam van een vrouw genoemd. Mijn schrijversbrein sloeg onmiddellijk op hol want dit was voer voor een interessant liefdesverhaal, maar ik was ook een beetje in paniek… Want opa was verloofd met oma en hoe kon deze onbekende vrouw een rol krijgen in het verhaal?

Hoe ik dat opgelost heb, mag je zelf lezen in Als de sterren fonkelen

Als de sterren fonkelelen heeft een heftig thema maar is tegelijkertijd een op-en-top feelgoodverhaal geworden. Heel romantisch, soms zelfs een beetje